Verschillende instanties zoals Omgevingsdiensten maken bij de afdoening van overtredingen op bijvoorbeeld milieugebied al jarenlang gebruik van de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS). De LHS schept een gelijk speelveld zodat handhavers in vergelijkbare situaties op een vergelijkbare wijze interveniëren. Tot voor kort hanteerde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar eigen handhavingsbeleid en de zogenoemde interventieladder. Sinds 14 mei jl. is de LHS en de bijbehorende interventiematrix ook voor de ILT het uitgangspunt op het gebied van handhaving.
De LHS is oorspronkelijk ontwikkeld vanuit het milieurecht maar is breder toepasbaar. Het doel van de LHS is “uitvoering geven aan de beginselplicht tot handhaven, passend interveniëren bij iedere bevinding, in vergelijkbare situaties vergelijkbare keuzes maken en interventies op vergelijkbare wijze kiezen en toepassen.” Gelijke monniken gelijke kappen dus.
Handhavers gebruiken de LHS om tijdens het houden van toezicht bij elke bevinding te kiezen voor een passende interventie. Afhankelijk van de situatie kan worden gekozen voor alleen bestuursrechtelijk optreden, voor bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden of alleen voor de inzet van het strafrecht. De LHS is een afwegingsinstrument waarbij (onder meer) moet worden gekeken naar de gevolgen van de overtreding en het gedrag van de overtreder. Uit de LHS is af te leiden welke stappen de ILT moet doorlopen:
Op haar website vermeldt de ILT dat het doel van interventie is om burgers of bedrijven te bewegen tot naleving: “Het is niet het doel van de inspectie om steeds zo zwaar mogelijk te straffen. Het doel is wel om telkens effectief te zijn met, als dat kan, zo licht mogelijk geschut.” Dit sluit aan bij het algemene uitgangspunt van de LHS dat zo licht mogelijk moet worden gestart met interveniëren waarbij herstel voorop staat. Pas als naleving uitblijft kunnen zwaardere interventies worden ingezet. In de interventiematrix is dit uitgangspunt terug te zien in de drie categorieën interventies:
De ILT heeft voor alle werkterreinen waarop zij toezicht houdt, de interventiematrix uitgewerkt. Het gaat dan kort gezegd om transport, infrastructuur, milieu en wonen. Dat gaat van de onderwerpen Asbest, Binnenvaart en Bodem tot aan de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) en Gevaarlijke stoffen. Aan de hand van de interventiematrix van de LHS zijn voor elk werkterrein passende interventies bepaald voor de vaakst voorkomende of meest ingrijpende overtredingen.
Zoals gezegd is de nieuwe handhavingsstrategie van de ILT per 14 mei jl. in werking getreden. Wat betekent deze verandering voor burgers en bedrijven?
De nieuwe handhavingsstrategie zal worden toegepast voor overtredingen die op of na 14 mei 2021 zijn begaan. Ik merk op dat zowel het oude handhavingsbeleid van de ILT als het nieuwe beleid uitgaan van het principe om zo licht mogelijk te interveniëren bij een overtreding. De overstap van de interventieladder naar de interventiematrix (die centraal staat in de LHS), maakt dat de ILT meer voorgeschreven aspecten moet afwegen bij de interventiekeuze en de uiteindelijke interventie aan de hand van de doorlopen stappen ook moet kunnen verantwoorden.
Met het nieuwe beleid is het voor burgers en bedrijven transparanter op welke wijze de ILT in bepaalde situaties zal gaan handhaven. De handhaving wordt daarmee ook duidelijker controleerbaar. De ILT zal bij concrete interventies verantwoording moeten afleggen hoe tot een bepaalde interventie is gekomen en welke afweging daarbij is gemaakt. De ILT wordt met het nieuwe handhavingsbeleid ook daadwerkelijk gedwongen de relevante aspecten af te wegen, de gekozen interventie te motiveren en daarbij ook rekening te houden met verzwarende of verzachtende omstandigheden. De uiteindelijk gekozen interventie is daarmee verifieerbaar en kan (makkelijker) worden getoetst aan bijvoorbeeld het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel.
De (vermeende) overtreder kan daarmee ook anticiperen op de te kiezen interventie door pro-actief gegevens aan de ILT aan te leveren, om de keuze voor een bepaalde wijze van interveniëren (bestuursrechtelijk of strafrechtelijk) te beïnvloeden. Als gekozen is voor een bepaalde interventie kan de (vermeende) overtreder vervolgens de gekozen interventie aan de hand van de LHS zorgvuldig controleren. Op die manier kan in het concrete geval worden beoordeeld of het handhavingsbeleid door de ILT op correcte wijze is toegepast.